Home Forums Exams Examen 2014

  • This topic has 1 voice and 0 replies.
Viewing 1 post (of 1 total)
  • Author
    Posts
  • #451
    Anonymous
    Inactive

    Examenvragen 2de jaars examen 2014

    Examenvragen heelkunde
    20 vragen anatomie
    30 vragen pathologie
    +1 voor correct antwoord, -0.25 voor fout antwoord

    Anatomie:
    1. De uterus lig:
    a. In anteversie en retroflexie
    b. In anteversie en anteflexie
    c. In retroversie en anteflexie
    d. In retroversie en retroflexie
    2. We openen de fossa poplitea bij een patiente in builig, welke structuren komen we tegen in welke volgorde tegen (mediaal naar lateraal)
    3. De n ularis ligt tov de a ulnaris thv de pols….(lateraal/mediaal/..)
    4. Wanneer er geprikt wordt in de arm, dan wordt nooit de a. brachialis geraakt, dit komt doordat
    a. Ze dorsaal van de venen ligt
    b. Ze mediaal van de venen ligt
    c. Ze gescheiden wordt van de vene door de n; medianus
    d. Ze gescheiden wordt van de venen door de aponeurosis van de M. pronator
    e. Ze gescheiden wordt van de vene door de biceps

    Pathofysiologie:
    1. Een patiënt komt binnen met een acute appendicitis, hij neemt orale anti-coagulantie en heeft een INR 1.4, wat doe je?
    a. Onmiddellijk opereren en anti-CoA verder
    b. Onmiddellijk opereren, Fresh frozen plasma geven, stop Anti-Coa
    c. Orale anti-CoA stoppen, Operatie 4-6u uitstellen
    d. Orale anti-Coa stoppen, Operatie 8-12u uitstellen
    2. Op welke basis beslis je de thorax na een mediastinitis te sluiten
    a. CRP
    b. WBC
    c. VAC gedurende 14dagen
    d. VAC gedurende
    3. Welke volgorde is juist: agressiefste ingreep naar minst aggresieve ingreep (keuze uit volgende verschillende ingrepen)
    a. Patey- halsted- lumpectomie –tumorectomie – skin sparing mastectomie- borstparende heelkunde
    4. Wat is er juist
    a. Een directe calorimetrie is de standaard
    b. Bij sondevoeding is soms nog extra toedieningTPN nodig
    c. Sonde voeding geeft een verplaatsing van de bacterien in je GI stelstl
    5. Het water gehalt in het lichaam is
    a. 20-30%
    b. 30-40%
    c. 50-60%
    d. 70-80%
    6. Ingewikkelde casus over pt van 61j, post heelkunde aan heup, staat onder heparine; Na de ingreep doet ze een hemoglobine val waarvoor transfusie. Vertoont plots (3-4dagen later) bloedingen aan wonde en katheter sites. Lage plaatjes, hoog CRP, hoog fibrinogeen
    a. Geen HIT want bloedingen
    b. Het kan DIC zijn

    7. Sepsis is
    a. Bacteremie
    b. Bactermie + SIRS
    8. De bacterien op ons lichaam
    a. Voornamelijk gram negatieve
    b. Stafylococcen, proprionibacter met onder de umbilicus ook e.coli
    9. Een indicatie voor een circumcisie is
    a. phymosis
    b. verklevingen

Viewing 1 post (of 1 total)
  • You must be logged in to reply to this topic.